Een 48- jarige poetsvrouw komt vaak langs bij ons in de praktijk met lumbosacrale pijn.
Ze heeft de ziekte van Hashimoto. Tijdens een random bloedonderzoek was het calciumgehalte sterk verhoogd. Eind juni werd daarvoor een stuk van haar bijschildklier verwijderd.
Zoals gewoonlijk komt ze langs voor haar rugpijn, maar vertelt ze dat ze medicatie (Cirrus) kreeg van de huisarts omdat ze blijvende ‘keelpijn’ heeft, uitstralend naar haar oor sedert haar operatie.
Tijdens palpatie was er duidelijk meer spanning ter hoogte van Sternocleidomastoïdeus en Digastricus links. De provocatie-palpatie van de Myofasciale Triggerpoints gaf ook de gekende uitstralingspijn. Haar litteken was ondertussen mooi genezen.
Tijdens de eerste behandeling, 3 maanden postoperatief, werden beide spieren met dry-needling en stretching behandeld. De bijhorende cervicale segmenten (C1-C2-C3) werden gedesensitiseerd met een oscillatie-techniek. Na de tweede behandeling was de patiënte verlost van haar keel-en oorpijn.