Neurogenic hamstring & dry needling
16 september, 2020
in
Demeestere Jeroen Comm V.
Neurogenic Hamstring injury
Recent kreeg ik in de praktijk een aantal patiënten over de vloer met de diagnose ‘neurogenic hamstring injury’. Een term die gebruikt wordt om chronische last in de hamstringspier te omschrijven. Het verhaal van de patiënten was telkens hetzelfde, namelijk een blijvende last in de spier na het oplopen van een spierletsel. Zelfs na normale wondgenezing en revalidatie slaagden zij er niet in om terug tot een normale belastbaarheid te komen van de spier. Hierdoor was sporten zonder pijn uitgesloten. In elke casus was er geruststellende echografische beeldvorming die normaal gezond spierweefsel toonde. De bovengenoemde patiënten hadden reeds klassieke manuele musculaire behandeling en oefentherapeutische revalidatie doorlopen zonder vooruitgang of positief resultaat.
De hamstrings zijn sinds jaar en dag een probleemzone voor sporters. Woods et al. (2004) vonden in hun studie dat bij voetballers 12% van alle blessures hamstringblessures waren. Onderzoek van Vad. et al. in 2000 toont dat de meerderheid van deze hamstringblessures mogelijk van centraal neurologische aard zijn. Irritatie en inflammatie van de lumbale/sacrale zenuwwortels zouden verantwoordelijk zijn voor een verhoogde basale tonus van de hamstring, wat hen vatbaarder maakt voor blessures. Kornberg & Mccarthy (1995) toonden in hun onderzoek aan dat bij voetballers met een hamstringblessure er een hoge incidentie positieve slump testen was. Abnormale neurale spanning zou dus verantwoordelijk kunnen zijn voor de symptomen bij deze neurogenic hamstring injury.
Wat kunnen wij als myofasciaal therapeuten doen om deze chronische last te behandelen? We weten uit onderzoek dat myofasciale pijn een verhaal van perifere nociceptie en centrale sensitisatie is. Behandeling bestond dan ook uit dry needling van betrokken spierkettingen t.h.v. de posterieure dij (hamstrings, glut min, piriformis en de diepe exorotatoren). Dit werd aangevuld met centrale desensitisatie t.h.v. de betrokken centrale niveaus (L5-S1).
Uiteraard weten we dat de myofasciale behandeling een deel is van een totaalbehandeling. Onderzoek van bekken en lumbale wervelkolom is in dit soort revalidaties niet weg te denken (Panayi, 2010). Daarnaast willen we de heropbouw van een normale neurogene spanning en beweging aan de hand van een uitgebreid en progressief revalidatieschema. De meerwaarde van onze dry needling therapie ligt hem mogelijks in het feit dat we als therapeuten een invloed kunnen uitoefenen op de pijnbeleving van de patiënt voor we opnieuw belastbaarheid gaan toevoegen.
in Trigger