Kan Dry Needling een extra meerwaarde bieden bij dystonie klachten die onder controle gehouden worden door botox?
Case Report - Filip Maertens
16 juli, 2024 in
Kan Dry Needling een extra meerwaarde bieden bij dystonie klachten die onder controle gehouden worden door botox?
Filip Maertens



Een 54-jarige patiënte biedt zich op verwijzing in de praktijk aan omwille van een cervicale dystonie en oromandibulaire dystonie.

Uit onderzoek onthouden we een laterocollis naar rechts, pijn en spanningsgevoel ter hoogte van het TMG, met uitstralende pijn naar anterior (os zygomaticum) en craniaal, en ter hoogte van de nek posterior, nekhoek en occipitale regio.

De klachten zijn al geruime tijd aanwezig en vermoedelijk opgetreden na het innemen van Abilify (AD).

Patiënte had voordien ook al last van het rechter TMG, zonder echte aantoonbare spierdysfuncties. Hiervoor werd patiënte doorverwezen naar een tandarts – orthodontist voor alternatieve niet-invasieve behandelingen van een mogelijke TMG dysfunctie. Intussen werden een aantal implantaten geplaatst.

Twee weken na een medische behandeling met botuline toxine infiltraties kwam de patiënte langs in de praktijk. Uit het verslag van deze behandeling onthouden we het volgende:

·        Hypertonie en hypertrofie rechter M. Scalenus, M. Sternocleidomastoideus, mogelijk ook M. Splenius Cervicis en M. Levator Scapulae

·        Infiltratie-schema :

o   M. Scalenus : 30 E

o   M. SCM : 20 E

o   M. Splenius Cervicis : 20 E

o   M. Trapezius : 30 E

o   M. Masseter : 40 E

Patiënte gaat met een tussenperiode van 3 maanden terug naar de behandelende geneesheer voor de infiltraties. De infiltraties worden praktisch altijd in dezelfde hoeveelheden toegediend. Voor de cervicale dystonie is er duidelijk een positieve invloed, doch voor de oromandibulaire dystonie wordt er weinig of geen positieve evolutie gemerkt. Aanvankelijk werd hiervoor de dosis in de M. Masseter opgedreven, maar toch zonder resultaat. Uiteindelijk werden voor de oromandibulaire dystonie geen verdere infiltraties meer toegepast.

Bij myofasciaal onderzoek worden duidelijke actieve MTrPs gevonden in volgende spieren: M. Trapezius (TP1-2-3), M. SCM (Sternaal deel), M. Splenius Cervicis (C3), M. Levator Scapulae, M. Masseter, M. Zygomatis Major. Daarnaast worden via ‘diagnose met de naald’ volgende spieren benaderd: Mm. Pterygoidei, M. Suboccipitale.

Opmerkelijk is dat patiënte de specifieke pijnzones/spanningszones correct kan aangeven waardoor DN nagenoeg ‘à la carte’ kan toegepast worden. De DN behandeling wordt minimaal om de 2 weken toegepast. Patiënte ervaart in die periode telkens een comfortabel release gevoel.

De spierkettingen vertrekkend vanuit de M. SCM en M. Splenius Cervicis lijken hier de belangrijke schakel te zijn in het klachtenpatroon bij deze patiënte.

In volgorde van belangrijkheid kwamen volgende spieren meermaals aan bod bij behandeling van de cervicale problematiek met DN :

·        M. SCM

·        M. Splenius Cervicis

·        M. Trapezius (TP1-2-3)

Voor de TMG problematiek komen in volgorde van belangrijkheid volgende spieren aan bod :

·        M. Pterygoidei

·        M. Masseter

·        M. Zygomaticus Major

De TMG-klachten waren na een drietal behandelingen duidelijk beter. Hier geleidelijke afbouw van de behandelfrequentie. Voor de cervicale dystonie behouden we de frequentie.

Waar initieel de botuline toxine infiltraties om de 3 maanden werden uitgevoerd, zijn deze nu met een tussenperiode van 4 maanden geplaatst. Patiënte beaamt dat dit mits toepassing van DN zeker haalbaar is om de symptomatologie voortvloeiend uit de dystonie onder controle te houden.

Uit vroeger onderzoek weten we dat DN efficiënt is bij personen met spasticiteit (C. F. De-Las-Peñas). In dit geval kunnen we opmaken dat Dry Needling zeker kan bijdragen tot het positief beïnvloeden van de gevolgen van dystonie.